top of page

Hoe kan ik me voorbereiden op het Centraal Examen?

​

Je bereidt je goed voor op het examen Lezen-luisteren door oefenexamens te doen.​​ Op Facet staat oefenexamens Lezen-luisteren. De link naar de goede Facet-pagina: https://oefenen.facet.onl/facet/pages/oefen/mbo/?menu=3_0

 

Meer nog dan van het doen van de oefenexamens, leer je van het nakijken van de fouten die je maakt. Welke vraag had je fout en wat was het goede antwoord geweest? Pak de tekst erbij (door het oefenexamen opnieuw te openen) en zoek uit waarom je de vraag fout had en hoe je had kunnen weten wat het goede antwoord was.

 

In het programma Nu Nederlands kun je in Examensprint Lezen en Luisteren oefenen. Dit kan uitsluitend in het eerste en tweede leerjaar. In het derde jaar gebruiken we nl. geen Nu Nederlands meer.

​

Handige links:

Oefenexamens lezen/luisteren (CE) maken op Facet - YouTube

Examen Nederlands - Lezen en Luisteren - YouTube

Tekstdoelen en tekstvormen, examenvoorbereiding Nederlands - YouTube

​

Doelen en soorten teksten

​

Belangrijk is dat je verschillende tekstdoelen kent. Welk doel heeft de schrijver met zijn tekst? Welke soorten teksten horen bij de verschillende doelen?

​

Een schrijver van een amuserende tekst wil jou vermaken. Hij speelt in op je gevoelens en zal je willen ontroeren of aan het lachen proberen te maken. Amuserende teksten zijn bijna altijd fictie (zie opmerking hieronder), maar ook bijvoorbeeld een column zal vaak naast informerend en overtuigend ook amuserend willen zijn

 

Veel teksten willen je informeren. De schrijver wil dan kennis met je delen. Als de tekst je ook iets wil leren, spreken we van een uiteenzetting. De eigen mening van de schrijver zal hierbij geen rol spelen.
 

Een speciale vorm van informeren is beschouwen/opiniëren. In een beschouwing wordt een onderwerp op verschillende manieren bekeken. Welke meningen zijn erover, wat voor een oplossingen zijn er, wat zijn de voor- en nadelen van de oplossingen?
 

In een betogende tekst wil de schrijver dat jij zijn standpunt gaat delen. Hij zal argumenten voor zijn standpunt geven. Bijvoorbeeld dat Zwarte Piet wel of niet moet blijven in zijn huidige verschijningsvorm.

Als een schrijver wil dat je iets gaat doen, spreken we van activeren. Als je bijvoorbeeld iemand nomineert voor de Ice Bucket Challenge dan wil je dat hij een emmer ijswater over je hoofd  giet en dat hij een donatie doet aan de ALS Association.


Zakelijke <=> fictionele teksten

Zakelijke teksten gaan over gebeurtenissen in de werkelijkheid. De lezer mag verwachten dat ze ware feiten bevatten. Berichten in kranten, op websites van kranten en teksten in studieboeken noemen ook wel non-fictie.
Fictionele teksten gaan niet over werkelijk gebeurde zaken. De schrijver heeft ze bedacht. De personen en gebeurtenissen bestaan niet in het echt. Daarom noemen we stripverhalen, verhalen, romans en gedichten fictie.

​

In onderstaand schema vind je de belangrijkste schrijfdoelen en tekstsoorten:

​

Doel                                         Soorten

​

Amuseren                                Roman, stripverhaal, kort verhaal, gedicht, toneelstuk, mop, lied/cabarettekst, cursiefje

Informeren/uiteenzetten     Uiteenzetting, handleiding/gebruiksaanwijzing, studieboek, nieuwsbericht, notulen, uitnodiging,
                                                  geboortekaartje, recensie, discussiestuk

Opiniëren/beschouwen        Beschouwing, recensie, discussiestuk

Overtuigen/betogen             Betoog, ingezonden brief, commentaar van de redactie, column, toespraak, verkiezingsbijeenkomst

Activeren                                 Advertentie, verkiezingsaffiche, folder van Albert Heijn, uitnodiging voor bv. een film


​

​

 

​

​

bottom of page